Vorige pagina
Overzicht Indonesie
Dinsdag 11 augustus 2009, vertrokken uit Kupang
Na 3 dagen Kupang zijn we aan rust toe, aan de zee. Napa heeft
inmiddels de
laatste formaliteiten keurig afgewikkeld en we ontvangen een keurige
versleten
map met alle paperassen. Hij begeleidt ons tot het strand om ons uit te
zwaaien. Tegen het middaguur vertrekken we met een goede wind richting
Savu,
waar we de volgende dag na 110 mijl varen plannen aan te komen.
Woensdag 12 augustus 2009, Seba, op Savu
Ondanks het feit dat de gribfiles (weerkaartjes) bijna geen wind
voorspelden
voeren we de afgelopen nacht al snel dubbelgereefd (boven de 20 knopen
wind)
met de wind half. Dat schoot prima op en al rond 8 uur lieten we het
anker
vallen in de open baai bij Seba, de hoofdplaats van Savu. Het contrast
met
Australie is weer groot. Zijn daar alle kusten verlaten, hier,
vanochtend vroeg
langs de kust varend zie je bij elk groepje palmbomen de hutten van een
dorpje.
's Ochtends het land op, een stoffige hoofdstraat met winkeltjes, wat
brommers
als verkeer en vooral wat een rust en relaxte atmosfeer vergeleken met
het
haastige Kupang.

Hoofdstraat van Seba op Savu
Donderdag
13 augustus 2009, Savu
Vandaag
werden er op Savu geen boeven gevangen.
Want de lokale boevenwagen was bezet en werd gebruikt om ons over het
eiland
rond te rijden. Dit heeft wat verdere uitleg nodig. Met Appa hadden we
afgesproken dat we 2 motorfietsen zouden huren om het eiland rond te
toeren.
Appa als gids met Maaike op de ene en Douwe op de andere. Maar Appa's
vrouw
wilde ook graag mee. En hun dochter ook. Maar gelukkig heeft Appa een
vriend
(Iwan) bij de lokale belastingen en die vriend heeft toegang tot de
boevenwagen. Dus gaat Iwan ook mee en rijdt hij ons met een volgeladen
auto het
eiland rond. Deze tijd van het jaar staan de terrassen van de
rijstvelden droog
en het landschap maakt een dorre indruk.

Landschap op Savu
Buiten Seba zijn de dorpen erg
traditioneel, de huizen van hout en palmbladeren op palen gebouwd.

Dorp op Savu, op de paal links twee
zonnepanelen
De
Lontarpalm vormt een belangrijk middel van bestaan. In de kruin van de
palm
wordt het sterk suikerhoudende sap afgetapt in bakjes van palmblad. Na
inkoken
geeft dit sap een dikke naar honing smakende stroop. Verder geeft de
palm noten
met een sappig zoetsmakend vruchtvlees en de bladeren vormen de
dakbedekking
voor de huizen.

Inkoken van het Lontarsap
Onderweg kwamen we nog langs een traditionele smidse. Met behulp van
een halve
fiets wordt via een snaar op het achterwiel een turbine aangedreven die
een
geconcentreerde luchtstroom in een houtvuurtje jaagt.

Smidse in bedrijf
Hiermee worden
stukken
ijzer roodgloeiend gestookt en tot messen gesmeed op het aambeeld. Dat
aambeeld
is de platte kant van een Japanse 20 centimeter granaat uit de 2de
wereld
oorlog. Ik hoop maar
dat de lading eruit is.

Smid maakt een mes
Voor 2 dollar kopen we een
traditioneel handgemaakt mes met een handvat van Lontarhout in een
schede van
Lontarblad.
Daarna
ging de reis verder naar een dorp waar ikats (handgeweven
omslagdoeken)
gemaakt worden. Het bijzondere van deze ikats is dat het patroon voor
het weven
op de in de lengterichting lopende draden geverfd wordt.

Weefster bezig met een ikat

Afgebonden draden voor het verven. De
afgebonden
plekken blijven ongeverfd en krijgen in een volgende verfgang in een
andere kleur
Vrijdag 14 augustus 2009, Seba op
Savu, en
vertrokken naar Sumba
Vanochtend eerst naar onze nieuwe vriend Apa. Apa had problemen met een
buitenboordmotor. Of ik daar even naar wilde kijken. Zelf heb ik net
zo'n
motortje (Yamaha 2 pk) dus ik werd als expert gezien. Op het motortje
viel niks
aan te merken, ja maar hij hield er steeds na een paar minuten mee op.
Uitgelegd dat het ontluchtingsschroefje op de tankdop voor het varen
los moet.
Nee, dat deed hij nooit. Hiermee waren 6 jaar problemen met het
motortje
opgelost.
Daarna gingen we op de motorfiets, Douwe bij Apa en Maaike bij zijn
vrouw
Astuti achterop, naar Mainogora, een traditioneel dorp in de buurt waar
Apa
oorspronkelijk vandaan komt. We werden verwelkomt door Elisabeth, zijn
tante.
Hun huis (palmbladeren) lag prachtig op een heuvel met wijdse
uitzichten. Onder
het huis de offerplaats van het dorp, grote platte stenen waarop de
offerdieren
geslacht worden.

Uitzicht vanuit het huis van
Elisabeth op de offerplaats
Elisabeth liet ons het hele traditionele
productieproces van
de ikat stoffen zien. Van het spinnen van de katoen en het maken van de
verven.
De inslagdraden worden daarna geheel geverfd.

Spinnen van de draad

Elisabeth in haar verfhut. Links de
potten met verf
De schering wordt
afgebonden
volgens het te verven patroon en daarna in fasen volgens dat patroon in
de
verschillende kleuren geverfd.

Afbinden van het patroon op de
schering
Al met al heel arbeidsintensief en een
hele
lange doorlooptijd. De katoen staat maanden in de verschillende
verfbaden. Pas
daarna volgt het weven. Het resultaat mocht er wezen: prachtige ikat
stoffen
met schitterende traditionele patronen in gedempte natuurlijke kleuren.
We
hebben een paar prachtige doeken gekocht.
Terug bij de haven kwam de havenkapitein vragen of we de boot wilden
verplaatsen, we lagen in de weg voor de grote veerboot die komende
nacht zou
aankomen. Ook wilde hij graag onze papieren inspecteren. Alles
buitengewoon
vriendelijk en beleefd, zoals je eigenlijk niet van officials verwacht.
We
hebben gezegd morgen met de papieren te komen, die liggen op de boot.
Maar
terug op de boot lagen we zo vreselijk te rollen dat we besloten direct
maar te
vertrekken, een trip overnacht naar Sumba. Dan mogen ze daar onze
papieren
inspecteren. Inmiddels (16.00 uur) varen we dus weer, zeilend, weinig
wind en
een rustige zee.
Volgende
pagina (Sumba)