Overzicht
Carib deel 2
Vorige
pagina
Dinsdag 20 november 2007,
Puerto Perme
Puerto Perme is misschien wel de mooiste baai waar we tot nu toe
gelegen hebben. De baai is vrijwel geheel beschut, omringd met
cocospalmen en wat mangroven en over zee hebben we uitzicht op de
nevelige bergketens van Panama. Naast ons is een vrachtvaarder voor
anker gegaan. Dit is een ongeveer 20 meter lang houtenscheepje van
twijfelachtige zeewaardigheid. Een klein stuurhuis, verder een ruim vol
cocosnoten met een afdak erover, onder het afdak de hangmatten van de
bemanning. Zwaar beladen boomstamkano's peddelen af en aan vanuit het
nabij gelegen dorpje om cocosnoten in deze vrachtvaarder te laden. Bij
het inladen worden de noten geteld, waarna de bemanning van de kano een
recu krijgt.
Vanochtend zijn we naar het Kuna dorp met de naam Anachucuna gelopen.
De Kuna zijn een indianenstam die in deze streek al eeuwen lang leeft,
zij hechten sterk aan hun traditionele levenswijze en wijzen veel
verworvenheden van de moderne beschaving af. Niet de dollars overigens,
anker je bij een dorp dan komt een afvaardiging direct een liggeld van
deze keer 10 dollar incasseren. De Kuna hebben hun streek vrij gehouden
van immigranten door alle niet Kuna rond 1700 uit te moorden. In 1920
zijn ze tegen het Panamese bestuur in opstand gekomen en hebben met
Amerikaanse steun een onafhankelijke status binnen Panama gekregen.
Als je het dorp binnenloopt lijkt het alsof je 5 eeuwen in de tijd
teruggaat. Hutten van hout en bananenbladeren als dak vormen het
belangrijkste decor. Smalle paadjes met spelende halfnaakte kindertjes.
Mannen die met handgereedschap een boomstam omvormen tot een kano. De
vrouwen dragen kleurige klederdrachten, blouses met kunstig bewerkte
motieven uitgesneden uit meerdere lagen stof en met oneindig geduld in
elkaar genaaid, de zogenaamde mola's. Ook dragen de vrouwen veel lokaal
gesmede gouden sierraden. Fotograferen staan ze vrijwel niet toe, of ze
vragen enorme bedragen voor het maken van een foto. Het is alleen
jammer dat het bijna de hele dag regent, waardoor de paadjes omgevormd
worden tot modderpoelen en wij deze middag aan de kajuit gekluisterd
zijn. Met een trechter en een slang hebben we van de bimini een
regenwaterverzamelaar gemaakt. Vandaag hebben we zo al 15 liter
drinkwater verzameld. Regenwater is nu onze enige bron van zoet water,
voor de watermaker is het buitenwater te troebel. Ook is er weinig zon,
zodat we voor electriciteit op de motor aangewezen zijn, die moeten we
dan ook regelmatig een paar uur draaien.
Anachucuna
Woensdag 21 november 2007,
Van
Puerto
Perme via Carreta naar Isla Suledup
We vertrekken om 8.00 op weg naar Carreta. Carreta ligt in de volgende
baai, om het hoekje als het ware, zo'n 7 mijl varen. Eerst hadden we de
mogelijkheid overwogen te voet naar Carreta te gaan, er gaat een
jungle-track over het schiereiland, zo'n 1,5 uur lopen enkele reis,
maar met al die regen leek ons dat toch wat ver. In de baai van Carreta
stond de deining weer pal naar binnen, niet comfortabel voor een
overnachting maar acceptabel voor een bezoek aan het dorp. We landen
met de dinghy in een rustige bocht van het strand, en worden direct
omringd door spelende kinderen. Een smal pad met veel bloemen leidt
tussen de kokospalmen en bananenbomen door naar het dorp. Aan de
zeezijde van het dorp liggen de boomstamkano's in lange rijen klaar,
daarachter een groot schaduwrijk veld met cocospalmen, daarna het dorp.
Het dorp is een dicht opeengebouwde aaneenschakeling van hutten met
smalle slingerende paadjes ertussendoor. Iedere hut heeft zijn eigen
omheinde erfje, met vaak wat kippen of een varkentje. De wanden van de
hutten bestaan uit dicht aaneengebonden takken, de daken uit
palmbladeren. Zo is vrijwel alles van natuurlijk materiaal. Wel is er
een stenen schooltje waar de kinderen luid beginnen te joelen als we
voorbijlopen, we verstoren duidelijk de les. Voor de hutten zitten vaak
vrouwen in schitterende klederdracht aan hun mola's te naaien. Mola's
zijn een soort borduurwerken van meerdere lagen stof op elkaar, in die
lagen worden figuren uitgesneden om zo de volgende laag met een andere
kleur zichtbaar te maken. Met eindeloos geduld worden de naden op
elkaar genaaid, hoe fijner de steek hoe beter de mola. We kopen een
mooi exemplaar dat ons aangeboden wordt, de vrouw die het verkoopt is
helemaal stralend van de dollars die ze onvangen heeft, maar wij durven
het bedrag niet in een uurloon om te rekenen.
Op een heuvel boven het dorp ligt de begraafplaats. We klimmen deze
heuvel op. Het uitzicht is fantastisch, we overzien het dorp en de hele
baai erachter. Ook kunnen we hier rustig foto's nemen, in het dorp zijn
de mensen en vooral de vrouwen zeer afwerend als ze een fototoestel
zien. Of ze willen geld, ze vragen dan zo'n 3 dollar per foto, maar
daar beginnen we niet aan. De sfeer boven bij de begraafplaats is
echter wat sinister. De graven zijn kleine open hutten, waarin de doden
onder een kleedje in ondiepe grafheuveltjes liggen, samen met wat
eetgerei en een enkele stoel. En alles is totaal verlaten.
Carreta
Terug op de boot is het rollen nog steeds verschrikkelijk, ons
rest maar één ding: wegwezen. We varen naar Isla Soledup,
zo'n 10 mijl verder. Na enig zoeken vonden we een volmaakt beschutte
ankerplaats op 08-53.80N 077-41.20W, omringd door mangroven en daar
tussendoor uitzicht op een verre branding. Een rustige nacht denken we,
maar zonder dat we het merkten zijn we het slachtoffer geworden van
kleine mangrove vliegjes (in het Engels: no-see-ums) die ons honderden
beten bezorgd hebben. Het lijken
muggenbeten, maar kleiner en veel meer, ze jeuken behoorlijk. Deze
vliegjes zijn zo klein dat je ze bijna niet ziet, ze kruipen door het
muskietengaas heen. Gelukkig veroorzaken ze alleen maar jeuk en zouden
ze verder geen ziekteverwekkers overbrengen.
Donderdag 22 november 2007, van
Suledup naar Isla Pinos,
Vandaag varen we weer een stukje verder naar het westen. We varen door
een nauwe doorvaart tussen allemaal eilanden, de meeste met Kuna
dorpen. Overal zijn kano's op het water met vissende mensen. Ook zien
we hier de eerste zeilkano's. De mast bestaat dan uit een spriet
bamboe, het zeil uit wat aan elkaar genaaide lappen. Vroeg in de middag
ankeren we bij Isla Pinos, 09-00.00N 077-45.63W. Een rustige plek, bij
een vrij hoog eiland. 's Middags wandelen we naar het dorp. We worden
daar opgevangen door een man die ons beduidt dat we eerst naar het
dorpshoofd moeten om toestemming te krijgen het dorp te bezoeken. Hij
brengt ons naar de Sahilas (de dorpshoofden). De Sahilas verblijven in
een hele grote hut, de congreso, dit is ook de vergaderplaats van het
dorp. Als we de congreso binnengaan kunnen we eerst bijna niets
onderscheiden, zo donker is het er. Dan zien we dat de hut vrijwel leeg
is, in het midden 3 hangmatten met oude mannen er in. Eén
spreekt ons aan, wil weten waar we vandaan komen en of we betaald
hebben voor de toegang tot het dorp. Dan knikt hij en mogen we gaan.
Het dorp maakt een wat verwaarloosde indruk, modderig, wat verlaten
hutten en niet zo verzorgd als de vorige dorpen. Na een wandeling door
het dorp gaan we terug naar de boot.
Kuna vrouwen in zeilkano
Vrijdag 23 november 2007, voor
anker bij Isla Pinos
Op de top van het eiland Pinos staat een zendmast. Omdat je daar een
mooi uitzicht moet hebben besluiten we daarheen te gaan. In het dorp
slaan we een pad in, een Kuna heeft ons uitgelegd waar het heen gaat en
met mijn beste Spaans heb ik begrepen dat dit het pad moet zijn naar de
top van het eiland met de communicatietoren. Het pad gaat vrij steil
omhoog het woud in. We kruisen een woest stromende beek (het heeft weer
flink geregend) en even later moeten we nog een keer de beek over. Het
pad vertakt zich, onze tak loopt door in ondoordringbaar struikgewas.
Terug en de andere tak, vertakt zich weer, zelfde verhaal. Het bos is
nu zo dicht dat het enige richtingsgevoel dat overblijft omhoog en naar
beneden is. De muskieten vallen massaal aan ondanks de beschermende
sprays met Deet. Het ergst zijn nog de slierten stekelgras, die haken
zich eerst vast in je huid om als je doorloopt bloedende schrammen
achter te laten. En verder is de modder spekglad, ik ga onderuit op een
steil stuk en zit nu niet alleen onder het bloed maar ook nog onder de
modder. Dan maar terug, dus naar beneden. We hebben een ander spoor dan
op de heenweg, nog veel steiler. Maar langzaam afdalend komen we toch
weer redelijk heelhuids (afgezien van de modder en schrammen en
muskietenbulten) beneden in een cocosbos bij de zee. Voorlopig weer
genoeg oerwoud gehad.
Het dorp op Isla Pinos met rechts de
school
Het weer is steeds super rustig. Zo nu en dan een bui, maar tot nu toe
steeds zonder wind. Deze nacht ging het anders. Rond 4.30 barst een
vreselijk onweer los. Massieve regen valt nu eens niet naar beneden
maar horizontaal, de windmeter piekt boven de 30 knopen. Dan gaat het
ankeralarm af op de GPS. Het anker houdt niet, we krabben. Buiten is
niets te zien, inkzwarte duisternis, regen, zo nu en dan een
bliksemschicht. Er is helemaal niets om je op te oriënteren.
Nauwkeurig houden we de GPS en de dieptemeter in de gaten. Als we 0,05
mijl verplaatst zijn gaat het opeens sneller en we komen in dieper
water. Ik vlieg naar het voordek en laat 20 meter extra ankerketting
uit. Het anker houdt weer. Als de regen wat minder (in zware regen zie
je op de radar ook niks) wordt kunnen we op de radar onze nieuwe
positie beoordelen, het valt mee, we liggen nu een stukje verder van de
Fleck van Richard maar nog steeds op een veilige plek. Oorzaak van het
krabben van het anker was waarschijnlijk dat we te weining ketting uit
hadden staan, met windstil weer lijkt het gauw goed genoeg.
Zaterdag 24 november 2007, van
Isla Pinos naar Ustupu
We vertrekken mooi op tijd, maar wel met genoeg licht om de
koraalriffen te kunnen zien. Eerst varen we door een nauwe doorvaart
tussen twee riffen met zware branding naar open zee. Wind is er bijna
niet, we gaan weer op de motor. Langs groene kusten, riffen met witte
branding en steeds weer dorpjes langs de kust varen we naar het dorp
Ustupu, op het gelijknamige eiland. Nog voor de middag laten we het
anker neer vlak bij de aanlegsteiger van het dorp op 09-07.79N
077-55.74W. 's Middags gaan we nog even het dorp in. Er is hier een
politiepost waar ze de paspoorten controleren. Het is een heel groot
dorp, met een paar brede hoofdwegen en veel smalle slingerpaadjes
tussen de hutten achteraf. En overal spelen heel veel kinderen. Ustupu
is het grootste Kuna dorp van de San Blas, maar maakt een beetje een
verwaarloosde en armoedige indruk. De dorpen waar we eerder waren,
zagen er wat beter verzorgd uit. De mensen leken er beter opgenomen in
de hen omringende natuur.
Ustupu lijkt wel het Venetië van
de
San Blas
Zondag 25 november 2007, Ustupu
Vandaag blijven we in Ustupu. Op de ankerplaats is er een druk verkeer
van af en aanvarende kano's. Veel kano's gaan naar of komen van
één van de rivieren die vanaf het vaste land in zee
stromen. Leeg heen naar de rivier, terug vaak zwaar beladen met
bananen, cocosnoten, palmtakken en grind. Wij maken met de dinghy's van
de Johanna en de Fleck een tocht naar de Sugandi rivier. Het is een
flink eind, daarom gaan we met beide dingy's, als er wat stuk gaat
hebben we hulp. Eerst slingert de rivier zich door mangrove bossen,
later komt er vaste wal in zicht en zijn er steeds meer velden met
bananen en cocospalmen tussen de verder dichte vegetatie. Ook veel
prachtige bloemen langs de oevers. En ook op de rivier is er een druk
verkeer van Kuna's in hun kano's, op weg naar of van hun velden. De
landbouwveldjes die de Kunas in het binnenland hebben, vormen hun
belangrijkste bron van inkomsten. Op één van de oevers
zien we een man een kano uithakken uit een gevelde woudreus. Daarna
tuffen we weer terug naar onze boot op de ankerplaats. Hier scheert een
klein vliegtuigje over onze boot op weg naar de airstrip. Ustupu heeft
een dagelijkse luchtverbinding met Panama city.
Maandag 26 november 2007, van
Ustupu naar Mono Island via Bahia Golondria
Op de ankerplaats bij Ustupu lagen we nog rustig, maar zodra we de punt
van het eiland ronden komen we in de volle deining, we slingeren alle
kanten op. Er is weinig wind, we hebben het grootzeil op om het
slingeren wat te dempen. De route voert vlak langs koraal riffen waarop
de branding meters omhoog spuit en door nauwe doorvaarten vlak langs
moeilijk zichtbare ondieptes. De waypoints uit de Panama guide van
Bauhaus kloppen heel goed, al ga ik op een aantal punten iets ruimer om
de riffen heen
dan de waypoints aangeven. Tegen de middag zien we de smalle invaart
van een diepe baai, we kunnen het niet laten hier naar binnen te varen
en maken een stop voor de lunch, dit is Bahia Golondria, helemaal
omgeven door mangroves. Een man in een ulu (inheemse kano) komt vanuit
de mangroves aanpeddelen, zijn kano zo zwaar beladen met brandhout dat
het water nog maar een paar centimeter onder de rand staat. Hij stopt
om een praatje te maken, het hout is voor de keuken legt hij uit, zijn
dorp ligt een
paar kilometer verder op. Dan vertrekt hij weer, met rustige lange
halen van zijn peddel verdwijnt zijn ulu aan de andere kant tusssen de
mangroves. Ook wij varen nog wat verder om in de loop van de middag bij
Mono eiland vlak bij de mangroves te ankeren. In de verte hebben we
uitzicht op de riffen brekende deining, maar de ankerplek is compleet
rustig.
Dinsdag 27 november 2007, van
Mono Island naar Isla Tigre
Achter Mono Island hadden we een prachtige ankerplek (09-16.42N
078-07.44W), mooi uitzicht en spiegelglad water. Maar verder was er
helemaal niks en een mens wil wel weer eens meer dan alleen maar een
mooie plek. Ook is er wind, de goede kant op. Dus varen we verder en
dat hebben we geweten. Al snel laten we het beschuttende rif achter ons
en komen we op open zee. Er staat een gruwelijk hoge deining, meters
hoge golven rollen onder ons door, en dwars op die deining staan de
golven veroorzaakt door de lokale wind. Alsof je in een wasmachine
vaart die op 40 graden staat te draaien. Maar na een uur al zouden we
bij een paar hele mooie eilandjes een stop maken. Dat konden we
vergeten, aangekomen bij Isla Aridup zien we alleen maar
één kolkende branding daar waar volgens de boeken de
ankerplaats moest zijn. Verder dan maar, op naar de Devil Cays. Maar
als we de kaart nader bestuderen zien we dat we daar ook weinig
beschutting kunnen verwachten voor de NW deining. Verder dus naar Isla
Tigre dat volgens de boeken een goede beschutting moet bieden. Wel een
spannende aanloop, vlak langs de branding op het rif aan de oostkant
van het eiland. Dan nog een hele nauwe doorvaart onder het eiland langs
en we zijn op de ankerplaats, maar ook daar is het zelfs nog behoorlijk
roerig. En tot onze verbazing liggen er 3 andere jachten, zo druk
hebben we het in geen tijden gezien. De ankerplaats is klein, met
moeite vinden we op het diepe water (10 meter) nog een plekje
(09-25.90N 078-31.40W) waar we voldoende vrij liggen. Later zijn we nog
even de wal op geweest, heerlijk weer even vaste grond onder de voeten
na al dit gerol.
Woensdag 28 november 2007, Isla
Tigre
Vandaag waait er een harde wind, ook de deining is nog hoog. We blijven
dus maar een dagje op Isla Tigre. Het is eigenlijk best een aardig
dorpje. We wandelen de eerste weg naar het westen, dan de tweede weg
naar het oosten, en dan heb je het dorp gehad. Aan de zeekant dendert
de branding op het eiland, hier hebben de bewoners hun varkens in
kleine hutjes op het strand.
Zo als ook op de vorige eilanden lopen er ontzettend veel kleine
kinderen rond. Druk spelend met van alles, knikkeren, achter elkaar
aanrennend, of gewoon wat rond hangend. De laatste week komen ze in de
kerstsfeer. Een kind heeft dan een masker voor en een puntmuts op en
gaat rond met een grote stok in de hand. Een ander blaast op een grote
schelp. Dat geeft een dof doordringend geluid. Verder een aantal
kinderen erom heen joelend en zo gaan ze door de straatjes. Wat het
spel echt inhoudt, weet ik niet, maar de kerstmuts lijkt me duidelijk
een indicatie naar de
komende feestdagen. Per 1 december begint hier de grote zomervakantie,
tot maart. De scholen
zijn de laatste week duidelijk met Kerst bezig. Op isla Pinos zagen we
in de school zelfs een soort boom met kerstversieringen, en op
maandagmorgen klonk om 6 uur 's morgens het "Jingle Bells" vanuit de
luidsprekers van de school. Het hele eiland en de ankerplaats was in
een keer wakker.
Hoe dit allemaal samen gaat met de tradities van de Kuna is soms een
raadsel.
Kinderen op Isla Tigre
Donderdag 29 november 2007, van
Isla Tigre naar Green Island
De hele nacht hebben we veel wind gehad, ook 's ochtend hebben we in de
luwte van het eiland nog dik 20 knopen. Gezien de ervaringen van de
vorige tocht doen we het rustig aan en stellen het vertrek even uit.
Dan barst een regenbui los, kort en hevig. En na de bui klaart het op
en is de wind verdwenen. En wij vertrekken dus. We komen nu in het
midden gedeelte van de San Blas archipel. Dit stuk wordt beschermd door
grote buitenste riffen die de deining van de Carib opvangen, achter
deze riffen ligt een uitgestrekt eilandenrijk, van klein tot groot,
palmbomen, witte stranden en overal koraalriffen. We varen nu dus in
beschut water, je kan het gerust vergelijken met het Sneekermeer,
afgezien van de palmeilanden. Wij varen naar Green Island, door een
nauwe invaart tussen twee riffen komen we in een door riffen beschutte
kom, hier ankeren wij in 10 meter diep water op positie 09-28.86N
078-38.07W. Het uitzicht is sprookjesachtig, aan de ene kant Green
Island, dan vergezichten met overal riffen en kleine palmeilanden, en
aan de andere kant de bergen van het vaste land. 's Middags maken we
met Richard die nog altijd mee op vaart een wandeling rond Green
Island. Palmbomen, wit strand met de prachtigste door de zee
aangespoelde en uitgesleten boomstronken.
Het is eigenlijk een vreemd land hier. De laatste auto die we gezien
hebben was in Cartagena. Ook de plaatsen op het vasteland waar we komen
zijn tot nu toe niet over land bereikbaar, ondoordringbare wouden
versperren de weg. Het zal straks in Colon en Panama City wel weer even
wennen zijn aan het moderne leven.
Uitzicht vanaf de ankerplaats bij
Green Island, ulu punterend over het rif
Vrijdag 30 november 2007, Green
Island
Vandaag een rustige dag rond Green Island. Tochtje gemaakt met de
dinghy naar een buureilandje, alles even mooi en sprookjesachtig.
Zaterdag 1 december, van Green
Island naar Coco Bandero
Vandaag varen we naar de Coco Bandero groep. Dit is een rif met een
aantal schilderachtige eilandjes en redelijk beschutte ankerplekjes.
Het is maar een paar mijl, de afstanden in de westelijke San Blas zijn
te overzien. Rond een paar riffen varen we tussen twee kleine eilandjes
het beschutte water binnen. We ankeren op 9 30.620 N 78 37.015W. Mooier
kan eigenlijk niet, zie foto.
Ankerplaats Coco Bandero Cays
Zondag 2 december 2007,
Coco Banderos
Vandaag een rustig dagje paradijselijk doen. Met de bijboot naar ons
eigen palmboomeiland met wit strand, eiland rondwandelen in 10 minuten.
Je wandelt dan over het strand, maar je moet regelmatig over omgevallen
palmbomen en aangespoelde woudreuzen klimmen die het strand versperren.
In één zo'n reusachtige boom waren de omtrekken van een
ulu (boomstankano) te zien, hier waren ze bezig geweest een ulu uit te
hakken, zal later wel afgemaakt worden. Verder zwemmen en snorkelen we
op het rif. Mooi koraal, grote blauwe vissen.
's Middags arriveerde de Libertijn met Hans en Annelies, die lagen
eerst een paar eilanden verderop en kwamen even aanzeilen om ons gedag
te zeggen. Op Curacao waren we ze voor het eerst tegengekomen, later in
Cartagena weer. Heel gezellig dus allemaal. Zij zijn ook op weg naar de
Pacific.
Ulu in de maak
Maandag 3 december 2007, van
Cocos Banderos naar Holandes Cays
's Ochtens voor we van Cocos Banderos zullen vertrekken komt er een ulu
met twee Kuna's langs, ze vragen of we naar de Holandes Cays gaan, ze
willen graag een sleepje, het ligt in de wind, dus niet te zeilen met
een primitief tuig en te ver (5 mijl) om te peddelen. We twijfelen
even, gaat dat wel een ulu op sleeptouw, maar ja het is inderdaad wel
ver peddelen tegen wind en golven in. Vooruit dan maar. Ze beloven ons
ook nog kreeft, die zullen ze op Holandes Cays gaan vangen. Even later
vertrekken we met de ulu op sleeptouw. Eén van de kuna's blijft
in de kano om te sturen en te hozen, de kano is al wat ouder en een
beetje poreus, lekt dus. De andere man komt bij ons aan boord. Hij
neemt meteen de functie van loods op zich, wijst ons een kortere weg
tussen de riffen naar buiten en loodst on feilloos door de nauwe
doorvaart naar één van de ankerplaatsen op Holandes Cays.
Hij vertelt dat hij de ulu voor 9$ heeft gekocht. Ze blijven nu een
paar weken op de Holandes Cays, ze verzamelen cocosnoten die 10 cent
per stuk opbrengen bij de Colombiaanse handelsschepen. In een maand
verkoopt hij zo'n 1000 noten. Verder duikt hij 's ochtends naar kreeft,
die brengt veel geld op bij de Ria Diabolo waar een opkoper zit, maar
dat is ver weg met een ulu zonder motor. Zo komen we nog voor de middag
aan op een weer even mooie ankerplek met superglad water. We ankeren op
09-35.09N 078-41.66W.
Ulu op sleeptouw
Dinsdag 4 december 2007,
Holandes Cays
's Ochtends met de bijboot een tocht gemaakt naar het rif. Tussen de
twee eilanden door zie je in de verte de branding op het rif breken.
Een bevaarbare geul voert tussen de eilanden door naar dat rif. Die
geul zijn we met de bijboot afgevaren tot het te ondiep werd voor de
motor. Daarna hebben we verder geroeid naar een enorme door het koraal
aangevreten boomstronk. In de verte de denderende branding, zover het
oog reikt verder helder kniediep water met stenen en oud koraal op de
bodem.
's Middags was het een beetje buiïg en zijn we op de boot
gebleven. Ook stond er een stevige westenwind, slecht voor Richard op
de Fleck die vandaag onderweg is richting Colon, we hebben gisteren
voorlopig afscheid genomen, hij vertrekt voor 2 maanden naar Engeland.
Woensdag 5 december 2007, van
Cayes Hollandes naar Eastern Lemon Cays
Als we 's ochtends van onze ankerplaats willen vertrekken staat de
zon
nog boven de invaart tussen de riffen waar we binnen gekomen zijn. En
met tegenlicht zie je geen riffen. Ondanks het feit dat ik het track
van de invaart precies in de GPS heb opgeslagen, kiezen we er daarom
voor een andere nog onbekende route naar buiten te nemen, met het licht
in de rug. Het is prachtig hoe je aan de kleur van het water de diepte
leert aflezen. Zo slingeren we ons tussen de koralen door naar open
water. Het is super rustig en helder weer. Overal zien we glimmend
water met de
silhouetten van eilandjes. Op sommige kleine eilanden staat
één huisje, de wat grotere hebben een bosje cocospalmen
met een paar huisjes tot een heel dorp. Op de Eastern Lemon Cays vinden
we een prachtige ankerplaats (09-33.83N 078-51.62W) achter een
ééngezinseilandje. Drie hutten, wat honden, cocospalmen,
een kleine aanlegsteiger en een waslijn vol. Verderop liggen nog 3
jachten. Eén ervan is de nederlandse Drifter, het jacht dat ons
in Cartagena een ware nachtmerrie bezorgde door midden in de nacht
met krabbend anker en 30 ton ferrocement rakelings langs ons heen te
vliegen. Later ga ik even bij ze langs om bij te praten en een biertje
te drinken.
Voorbij varende ulu
Donderdag 6
december 2007, van Eastern
Lemon Cays naar Chichime Cays
Vandaag varen we weer een paar eilandjes verder. Over spiegelglad water
varen
we naar de Chichime Cays, één van de meest noordwestelijk
gelegen eilandgroepen
van de San Blas. Dit is een prima vertrekpunt voor als we verder willen
richting Colon en Panamakanaal. Er liggen veel jachten in de beschutte
baai van
de Chichime Cays, maar we vinden een prima plek op 09-35.28N
078-52.90W.
Eén van de
eilandjes
van de Chichime Cays
Vrijdag 7 december 2007, Chichime Cays
Nog één dag blijven we in de San Blas, als het weer goed
is vertrekken we
morgen richting Colon. 's Ochtends ga ik snorkelen naar het rif. Vlak
bij het
rif, 3 meter diep water, zandbodem, zie ik een reusachtig voorwerp
onder mij op
de bodem. Bijna rond, tussen de 2 en 3 meter doorsnede, groter dan ik
ben. Aan
één kant een reusachtige staart, op heuveltjes 2 ogen zo
groot als soepborden.
Ik schrik me dood, dit is een reuzerog. Hij houdt mij nauwgezet in de
gaten
maar beweegt nauwelijks. Ik ook niet, maar ik vertrek toch maar heel
voorzichtig, zo'n monster had ik nog nooit
gezien.
Verder wandelen we we alle 3 de eilanden rond, in respectievelijk 15
seconden,
5 minuten en 20 minuten.
Maaikes eigen eiland
Zaterdag 8 december, van Chichime Cays
naar Portobelo
Met dit vergezicht nemen we
afscheid
van de San Blas
We hebben een wat onrustige nacht gehad, het woei flink en voor
de wind
was er op deze plek geen enkele beschutting. Het lijkt dan al
snel flink te waaien aan het gefluit in het want te horen. Maar we
lagen goed geankerd, wel vrij diep water (12 meter) maar alle ketting
(25 meter) en nog een flink stuk lijn stonden uit.
We vertrokken om 7.15, licht genoeg om de uitvaart goed te kunnen zien.
De wind was NO, de goede richting maar viel kwa sterkte wat tegen, maar
al snel zeilden we toch met zo'n 6 knopen. Het werd een prachtige
zeildag. De zee wat ruw en knobbelig, vrij heftige bewegingen van het
schip. Het land meest in nevelen en buien gehuld, hier zijn de natste
regenwouden van Panama. Om 16.00 laten we het anker neer in de baai van
Portobello, een oud Spaans koloniaal stadje, nu een groot dorp. Morgen
Portobelo bekijken, maar we hebben de eerste auto sind 4 weken weer
zien rijden!
Mola's
Een belangrijke bezigheid van Kuna vrouwen is het maken van
mola's. Een
mola is een doek met verschillende lagen stof waarin figuren zijn
weergegeven door het plaatselijk wegsnijden van meer of minder lagen
stof. Een paar voorbeelden hieronder.
Volgende pagina (is er al!)