Woensdag 20 mei 2009, Rattle Snake Island
We
varen weer! Na een dikke week in Townsville, tropisch paradijsje,
restaurantjes, flaneren langs de boulevard en heel veel inkopen zijn we
weer op
pad. Ook is de bemanning in Townsville gewisseld, Marieke is weer naar
huis en
Maaike is al weer bijna een week aan boord. Vanochtend zijn we met
stralend
weer zonder wind op de motor vertrokken. Voor we echt op pad konden
hebben we
de calibratie procedures voor de nieuwe (electrische) autopilot
uitgevoerd. Dit
is een Raymarine X5 als opvolger voor de oude ST4000. Die ST4000 heeft
het
altijd vrij slecht gedaan, kon bij rustig weer de boot nog een beetje
op koers
houden maar daar hield het wel mee op. De nieuwe X5 heb ik dus in
Townsville
gemonteerd, we hebben de seatrial-calibration uitgevoerd en het lijkt
allemaal
goed te werken. Nu afwachten hoe hij het bij ruwer weer doet.
De tocht naar Rattle Snake Island was schitterend ondanks het gebrek
aan wind.
Gladde zee met hier en daar een opspringende dolfijn, nevelige
eilanden, ruwe
rotsen. Nu liggen we als enig schip in een verlaten baai van het kleine
eiland.
Een rotsige kust, een klein strandje waar je wel zou kunnen landen,
maar vanaf
de boot is het mooi genoeg. Ook staat op het strand een bord: Danger,
RAAF air
firing range. All persons are strictly prohibited
from entering this area. Maar we hebben van te voren
geverifieerd dat ze vandaag
niet schieten.
Donderdag 21 mei 2009, Lucinda,
Hinchbrook Channel
Vanochtend hebben we het rustig aan gedaan.
We
lagen prima geankerd bij Rattle
Snake Island. In de loop van de ochtend stak er een prima noord westen
windje
op. Al snel waren we zeilend onderweg met het plan om naar Orpheus
eiland te
varen, een van de noordelijke Palmeilanden. De nieuwe stuurautomaat
stuurde ook
onder zeil met een bakstagwindje prima, dat kon ik van de vorige niet
zeggen,
deze aanwinst lijkt een goede keus. Het is moeilijk om het landschap
hier te
beschrijven, toch een poging. Een blauw groene zee, hier en daar trekt
een
grote vis een zilveren spoor met zijn staartvin. Een heldere blauwe
lucht met
een stralende zon. Overal eilanden die elkaar overlappen maar zich van
elkaar
onderscheiden door de mate van neveligheid. Eenzame stranden
afgewisseld met
mangrove en rotspartijen. Hoge bergen als decor op het vasteland. De
meeste van
deze eilanden zijn onbewoond. Zo niet Palmeiland, daar is een kolonie
met
aboriginals gehuisvest, de oorspronkelijke inwoners van Australie. Dus
denk je
dan, daar moet je heen, overal in de Pacific bezoek je eilanden met de
oorspronkelijke bewoners of wat daar nog van over is. En overal, zelfs
op de
Franse eilanden leven ze van het land en de zee, en hebben ze nog iets
van hun
oorspronkelijke cultuur behouden. Maar Palmeiland moet je niet heen.
Het is te
gevaarlijk. Werkloosheid, drankgebruik en criminaliteit zijn de
sleutelwoorden
hier. Dus varen we Palmeiland voorbij. Inmiddels is de wind gaan liggen
en
zoemt de motor ons verder naar het noorden. Als het weerbericht voor de
nacht
zuidwesten wind voorspelt besluiten we ook Orpheus eiland te passeren,
de
ankerbaai ligt geheel open naar het zuidwesten. Nu voor anker bij
Lucinda. Het
begin van de doorvaart tussen Hinchinbrook eiland en het vaste land.
Morgen gaan
we deze naar men zegt wonderschone doorvaart verder verkennen, naar het
noorden. Positie
18-31.22S 146-19.48E
Vanaf de
ankerplaats: vissers bij de mangroves
Vrijdag 22 mei 2009,
Hinchinbrook Channel
De Johanna vaart door Hinchinbrook Channel
De mooiste ankerplek ooit? Dat denken we wel
vaker, maar zoals hier,
dat zie je
niet vaak. Een smalle kreek tussen de modderbanken en mangroves, en pal
daarachter hoge groene bergen die zo uit de kreek lijken op te rijzen.
Een
blauwe heldere lucht, en daar ligt dan de Johanna, werkelijk een
plaatje.
Gayunda kreek, Hinchinbrook Channel
Met
de rubberboot zijn we de kreek met de vloed mee nog verder opgevaren.
Het werd
smaller en donkerder. Toen vroegen we ons af of krokodillen ook
rubberboten
bijten. Er zouden hier van die grote zoutwater exemplaren zitten, we
zijn maar
teruggegaan. De ankerplek was echt super, tot om 4 uur de nono's
kwamen.
Dat zijn
die kleine mangrove vliegjes, zo klein dat je ze bijna niet ziet en ze
steken
verschrikkelijk. Ik voelde een steek en wreef er 2 op mijn been plat.
Een
kwartier later waren we met de Johanna en al de kreek weer uit. Nu
liggen we op
opener water, verder van de mangroves en met meer wind. Hier zullen we
nergens
last van hebben.
Verder een technisch probleempje. We maken water, maar alleen als de
motor draait.
Ik verdenk de uitlaatdemper, die zou koelwater kunnen lekken, maar
demonteren
is een hele klus, en lassen kan ik niet. Dus proberen we zo maar naar
Cairns te
komen. Als we op de motor varen slaat nu de lenspomp ieder uur een keer
aan,
nog wel te overzien maar het moet niet veel erger worden.