Overzicht Pacific
Vorige
pagina
Zondagmorgen, 18 mei 2008, dag 2 van de overtocht
naar Raroia

Ua-Pou
wordt kleiner
Nu 's morgens 7.30. Vannacht weinig wind,
maar toch
steeds
zo'n 3-4 knopen gezeild. Nu even de motor bij om de accus op te laden.
De zon
is net op, een stralende dag, de zee rustig.
Heerlijk om weer op zee te
zijn,
ik was bijna een landrot geworden.
TIME: 2008/05/18 16:25 UTC
LATITUDE: 10-20.04S
LONGITUDE: 140-28.14W
COURSE: 198T
SPEED: 4.3
COMMENT: Under way to Raroia
, light airs
Maandagmorgen,
19 mei 2008, dag 3
van de overtocht naar Raroia
Gisteren
de hele dag rustig gezeild op een vredige Pacific. Maar afgelopen
nacht nam de wind verder af tot bijna niets, onze snelheid zakte naar 2
knopen
en de zeilen begonnen op de lichte deining vreselijk heen en weer te
slaan.
Uiteindelijk om 6.00 de motor aangezet, gereefd grootzeil strak vast
midscheeps
tegen het slingeren. En nu tuffen we langzaam verder over een o zo
Stille
Oceaan.
Nog 260 mijl naar Raroia.
TIME: 2008/05/19 17:12
LATITUDE: 11-53.94S
LONGITUDE: 141-00.48W
COURSE: 197T
SPEED: 4.7
COMMENT: Under way to Raroia,
no wind, engine.
Dinsdagmorgen, 20 mei 2008, dag 4
van de overtocht
naar Raroia
En zo tuffen we rustig verder over de Stille Oceaan. We varen nu al
meer dan
een etmaal op de motor, en het einde is nog niet in zicht, behalve dan
bij de
aanloop van Raroia. Want de
gribfiles (weerkaarten) voorspellen voor
ons
gebied weinig of geen wind. Al hebben we momenteel een zwak windje uit
het
noordwesten, rond de 5 knopen. Maar alleen zeilend zou ons dat rond de
2 knopen
voortgang opleveren, en dat is wel erg weinig. Verder wordt het tijd te
gaan
denken aan de planning rond de aanloop van Raroia. Een atol
zoals Raroia vaar
je binnen door een pas, een diepere doorvaart in de ring van koraal die
de atol
vormt. In die pas kan veel stroom staan, bij Raroia tot 8
knopen. Bij
veel
atollen spoelt de branding op sommige plaatsen over het rif naar
binnen, het
waterniveau in de atol is dan hoger dan het gemiddelde niveau op zee.
De stroom
naar buiten duurt dan ook langer dan de ingaande stroom als die er al
is. Bij Raroia zou de
stroom kenteren (van uitgaand naar ingaand) rond 2 uur
voor hoogwater.
Dat is morgenmiddag om 17 uur. Dan willen we proberen aan te lopen.
Maar de
volgende morgen zou het nog te donker zijn voor een binnenvaart. De
volgende
avond is wel erg dicht voor de schemering die hier erg plotseling
invalt. Dus
eigenlijk moeten we woensdag wel binnenlopen. Weliswaar moet er een
tweede
kentering (in naar uit) zijn enige tijd na hoogwater,
maar er wordt nergens aangeraden die te gebruiken voor de
binnenvaart. En willen we morgenmiddag op tijd bij de pas zijn, dan
moeten we
een gemiddelde snelheid van 4.6 knoop varen. Ook hier zijn de vrijheden
dus
beperkt.
Woensdagmorgen,
21 mei 2008, dag 5 van
de overtocht naar Raroia
We komen dichterbij, nog 34 mijl naar de ingang van de atol. Het is nu
compleet
windstil, tuffen rustig verder om rond een uur of 3 vanmiddag in de
buurt van
de pas te zijn.
Iets later (10.00) voor het verzenden van deze mail: land in zicht,
kleine
palmboom stipjes aan de horizon!
TIME:
2008/05/21 16:22
LATITUDE: 15-28.59S
LONGITUDE: 142-16.01W
COURSE: 199T
SPEED: 4.6
COMMENT: Approaching Raroia, light airs, under engine
Zojuist
(15.00) het anker laten zakken in de Raroia atol, bij het dorp. De
aanloop van
de pass was simpel, net Vlieland zonder wind. Het is hier een tropisch
paradijsje, vlak blauw water, palmbomen. Nu eerst uitrusten.
Donderdag 22 mei 2008, Raroia atol,
Tuamotu
archipel
Het is ongelooflijk, lijkt onmogelijk, we liggen stil, helemaal stil.
Je zou
een knikker op tafel kunnen leggen zonder dat hij heen en weer gaat
rollen. En
het water in de lagune, waarover net de stralende zon is opgekomen is
zo vlak
als een spiegel. Na de ankerplaatsen op de overigens o zo schitterende
Marquesas waar het bijna altijd heel rollerig was, is dit een
verademing. Had
je op de Marquesas hoge bergen, diepe dalen en donkere wolken en steile
ankergronden, hier heb je azuurblauw water, kokosnootpalmen en lucht
aan de ene
kant en nog meer blauw water, stipjes die ook palmen zijn en weer lucht
aan de
andere kant. We liggen nu namelijk in de lagune van onze eerste atol.
Deze
atol, Raroia, is rond de 40 km lang en 14 km breed. Je ziet de palmen
aan de overkant
maar net. We liggen geankerd bij het enige dorpje, met zo'n 50 inwoners
volgens
het boekje. De invaart gisteren was even spannend. Spannend vanwege
alle
spookverhalen die de ronde doen over de invaarten (pas) van de atols.
Verhalen
over vreselijke stromen, brekende ondieptes, wervelende draaikolken.
Ook over
het goede tijdstip dat je de pas moet passeren doen verschillende
compleet
tegengestelde verhalen de ronde. Het moet met slack water, op de
wisseling van
het tij wanneer de stroom minimaal is. Anderhalf uur na maansopkomst,
nee
ervoor, 2 uur voor hoogwater, nee laagwater, als het maar geen
springtij is.
Wij gingen uit van 2 uur voor hoogwater (het is ook nog springtij), dan
zouden
we er om 5 uur 's middags door kunnen. We naderden echter al om 14.30.
Is dit
de pas wel? Zware brekers dwars over de ingang van wat we dachten dat
het de
pas was. We varen wat door. De brekers schuiven opzij, breken alleen op
een
ondiepte aan de noordzijde van de pas. We gaan verder, krijgen de
bakens in
lijn, zien alleen maar vlak rustig water, tuffen dan op de lijn van de
bakens
met 5 knoopjes naar binnen, en voor we er erg in hadden zijn we in het
vlakke
water van de lagune. Vlieland op half tij is moeilijker, een eitje deze
pas
(met rustig weer). Daarna zijn we doorgevaren naar het dorpje, er
liggen nog 3
Zweedse jachten voor anker. Rust alom.

De Johanna ligt weer stil
(links)
Net even gesnorkeld. Je ziet het anker
op 15 meter diepte gewoon liggen. Bij een brok koraal dat
paddestoelvormig
oprijst vanaf 10 meter diepte tot vlak onder het oppervlak zwemmen
grote blauwe
vissen en kleine haaien (wel groter dan de vissen). Verder een veelheid
van
kleurig leven rond het koraal. Straks eerst de bijboot oppompen om dit
tropische sprookje verder te verkennen.
Zondag 25 mei 2008, Raroia
Het dorp op Raroia maakt een gemoedelijke indruk. De huizen zijn klein,
hout en
veel golfplaat met grote verandas. Het is wel allemaal een beetje
rommelig. En
bij de meeste huizen staan grote batterijen zonnecollectoren, vaak 12
of 14
stuks met accukasten eronder, eco stroom dus, maar niet goedkoop. Ook
overal
satellietschotels en mensen met mobiele telefoons. En verder overal
kokospalmen
in wuivende massa's.

Woning in het
dorp op Raroia, zonnecollectoren op dak

Hoofdweg op Raroia
Gisteren gingen de 3 Zweedse jachten die hier ook lagen anker op. Zij
hadden
een hele klus de ankers omhoog te krijgen. Omdat de wind gedraaid was,
waren
wij (en de Zweden) dat ook en daarbij raakt de ketting verstrikt in het
koraal.
Toen de Zweden weg waren besloten we opnieuw te ankeren om verdere
knopen te
voorkomen. Na een paar keer duiken met de snorkel om te kijken hoe de
knoop
eruit moest, en dan hard achteruit de goede kant op trekken met het
schip,
kregen we het anker los. Zonde om het er zo weer in te gooien. Dus zijn
we maar naar de andere kant van de atol gevaren,
de hele lagune overgestoken dus. Zo'n atol is een raar ding. Een paar
mijl
buiten de atol is het 2000 meter diep, dus de atol moet vreselijk steil
omhoog
uit zee oprijzen. Binnen de atol ligt de lagune. De lagune hier is zo'n
40 tot
50 meter diep. Maar overal verspreid in de lagune zitten koraal koppen
die tot
vlak onder het oppervlak komen. Zo'n kop is enkele meters tot 10 tallen
meter
in diameter, onder het wateroppervlak smaller, als een paddestoel op
een 40 meter lange steel. Maar het is dus goed
uitkijken als je door de lagune vaart.

Rif op Raroia
Wij liggen nu dan aan de zuid
oost kant
van de lagune, dicht bij de motu (eilandje, onderdeel van de ring) waar
de
Kon-tiki expeditie in 1948 gestrand is. Vanochtend hebben we over een
paar
motus gewandeld, de kleinste alleen maar kaal koraal, de wat grotere
met een
heel palmenbos en een schuilhut voor kopra verzamelaars. Aan de
oceaankant
buldert de branding op het rif, bij de lagune spiegelt alles in het
blauw. Dat blauw wordt dan doorsneden door de rugvinnen
van de black-tipped haaien, kleine haaien die met hun buik over de
grond door
het ondiepe water schuiven, rugvin in de lucht.

Maaike op het rif

De lagune kant van het rif

Uitzicht
vanf de Johanna op de mutu nabij de plek waar de Kon-tiki strandde
Donderdag
29 mei 2008, Makemo,
Tuamotus
Van de prachtige plek bij de Kon-tiki motu zijn we nu alweer 2 dagen
geleden
teruggevaren naar het dorp. Dat was eigenlijk een rustig stukje varen,
met de
zon in de rug waren de koraalhoofden weer goed te zien. Ook de forward
looking
sonar is een goed hulpmiddel. We hebben hem eens uitgeprobeerd door
recht op
een koraalkop af te varen en op een meter of 70 werd deze duidelijk
zichtbaar
als een van de bodem oprijzend opstakel. Maar met het blote oog en goed
zonlicht
van achteren zie je ze nog eerder.
Gisteren hebben we met de zoon van de kioskeigenaar een parelfarm
bezocht. Dat
is echt massaproductie, duizenden oesters worden daar geimplanteerd,
gecontroleerd en geoogst. Kleinere parels teruggeplant in nieuwe
oesters, tot
wel drie keer toe. En uiteindelijk
wordt het vlees van al die oesters weggegooid, het gaat uitsluitend om
de
parels.
Na het bezoek aan de parelfarm gisteren zijn we vertrokken naar Makemo.
Bij
afgaand tij met een lekker stroompje mee de pas uit, weinig wind, maar
ondanks
dat was het water behoorlijk woelig. Aan het eind van de middag nam de
wind wat
toe en uiteindelijk hebben we de hele nacht en morgen tot de aanloop
van Makemo
om 10.00 kunnen zeilen. Die aanloop was weer simpel, 3 uur voor
hoogwater, wat
stroom mee en redelijk rustig weer. Dan ben je zomaar binnen. Maar pas
op, het is
niet altijd simpel. Net door het dorp langs de pas
gewandeld, in het midden van het uitgaande tij met een beetje
wind uit zee tegen de stroom in. Je schrikt ervan, een grote kolkende
watermassa, anderhalve meter hoge staande en brekende golven dwars
over, daar
wil je niet wezen met je schip.

Pas van Makemo bij eb en
rustig weer
We
liggen nu voor anker voor het dorpje bij de pas op S 16 37.63, W 143
34.35.
Dinsdag 3 juni 2008, voor anker
bij de Tapuhiria pas van Makemo
Al weer een paar dagen geleden zijn we vertrokken van het dorp op
Makemo.
Makemo heeft 2 passen, de pas bij het dorp (Arikitamiro pas) waar we
binnengekomen zijn en de noordwest pas, de Tapuhiria pas. Je kan van de
ene pas
over de lagune naar de andere pas varen. Eerst hebben we een ankerplek
gevonden
ongeveer halverwege het eiland, achter een langgerekt rifje dat een
redelijke
beschutting bood tegen de stevige oostenwind. Zwemmen en naar het
strand,
wandelen over de motu en naar de oceaankant, een paar dagen zijn zomaar
voorbij
gevlogen.

Heremietkreeft op het strand
van de motu
Het ankeren is een kunst apart. Bij het neerlaten van het
anker mik
je op een stuk zand tussen de koraalpunten. Dan zo min mogelijk ketting
uit,
ketting die niet uitstaat kan ook niet verstrikt raken in het koraal.
En als
het anker gaat krabben blijft het wel haken achter een brok koraal. Zo
zat het
vanochtend ook vast, ik moest er drie keer met flinke kracht over heen
varen om
het los te krijgen, blij dat het lukte.
Daarna zijn we op weg naar de pas gegaan. Het was wat donker weer, dan
zijn de
koraalhoofden moeilijk te zien, inspannend varen. Eigenlijk waren we
van plan
de pas uit te varen om op weg te gaan naar Tahiti. Maar toen we de pas
om 11.00
(met laagwater) naderden stond er zo veel uitgaande stroom dat ik maar
amper om
kon draaien, de zee buiten leek ook erg wild. Beter nog even te wachten
tot de
stroom wat afgenomen was. Wachten deden we op een prima ankerplek net
om de
hoek bij de pas (S 16 27.08, W 143 58.07), waar we dus maar gebleven
zijn, we
hebben nog geen haast. Het is hier nog gezellig ook, een Franse en een
Engelse
catamaran en een Australisch jacht liggen hier ook.
Op
www.shiptrack.org, callsign ph0df, is op de
satellietfoto precies te zien waar
de Johanna voor anker ligt.
Vrijdag 6 juni 2008, onderweg naar
Tahiti
Dit is al weer de derde dag van de overtocht naar Tahiti. We begonnen
met prachtige passaatwind te zeilen, stralende luchten, blauwe zee en
de wind dwars achter. En zo namen we de doorvaarten tussen de laatste
atollen van de Tuamotos. De palmbomen net in zicht aan de horizon. Maar
gistermiddag trok de lucht dicht, een grauwe grijze hemel waaruit zich
de ene na de andere bui ontwikkelde. Wind vaak tot 30 knopen,
dubbelgereefd met een stukje genua in de boom. Tussen de buien door
ondertuigd dobberen. Dat patroon heeft de hele nacht aangehouden en nu
in de morgen trekt de lucht weer wat open, maar aan de oostelijke
horizon pakken nieuwe donkere wolken zich samen. De zee blijft ruw.
Nog 115 mijl naar Tahiti.
Date/Time: 2008/06/06 16:45
Latitude: 17-06.51S
Longitude: 147-29.76W
Speed: 6.0
Course: 250T
Comment: Towards Tahiti, rain and wind
Zaterdag 7 juni, aangekomen op Tahiti
Hoe rem je de Johanna af. Normaliter ben ik altijd bezig om te kijken
of het schip nog sneller kan, als je zeilt wil je echt zeilen, dan moet
het water rond de romp gaan bruisen. Maar in de nacht van vrijdag op
zaterdag ging het steeds harder waaien. Het tweede rif ging er weer in,
later het derde. De genua in de boom werd steeds verder opgerold. En de
Johanna ging steeds harder, vaak 7 knopen bij 30 knopen wind. En
daarover heen kwam de ene bui na de andere. Dus niks rustig varen in de
tropen. Het probleem was dat we gepland hadden bij licht aan te komen
voor een goed overzicht van de invaart, en dan moet je niet te vroeg
zijn. Maar de wind viel weg toen we de NO punt van Tahiti passeerden,
het eiland is hoog en geeft veel luwte. Bij zonsopkomst naderden we de
pas van Papeete, beetje moe, maar prachtig gezeild. We liggen nu voor
anker bij marina Taina, net ten zuiden van de luchthaven achter het
rif. Er liggen hier zo'n 100 jachten, alle oude bekenden zijn er weer,
inclusief een groot deel van de nederlandse vloot. We hebben over het
rif uitzicht op Moorea, het eiland voor de kust van Tahiti.

Uitzicht op Moorea (eiland
voor de kust van Tahiti) bij de nadering van Papeete
Volgende
pagina Society Eilanden