De
standaard
geïnstalleerde
Volvo
MD11C
heb
ik
vervangen
door
een
Solé
Mini 26. De Volvo was te oud geworden, startte moeilijk en zou een
revisie nodig gehad hebben. De Volvo woog 275 kg, de Solé slechts
110
kg. De Solé is gebaseerd op standaard driecylinder Mitsubishi
industriediesel. Naast kleinere gewicht is ook de ruimtebesparing
is
aanzienlijk. Zo kwam er ruimte voor een extra rvs dieseltank van
120
liter onder de kuipvloer. Met de nieuwe motor zijn trillingen en
geluidsniveau enorm afgenomen. Hoewel het vermogen van de nieuwe
motor
nauwelijks groter is dan van de Volvo, is de manoeuvreerbaarheid
enorm
verbeterd, de nieuwe motor is veel sneller op toeren dan de oude
en
maakt manoeuvres met korte krachtige stoten gas mogelijk. De
Monsun had
de naam in havens niet manoeuvreerbaar te zijn, dit schip is dat
nu
wel.
De schroefasinstallatie
In 1998 heb ik bij de montage van de nieuwe motor ook een Aquadrive flexibele koppeling tussen de motor en de schroef geplaatst. Met zo'n koppeling is uitlijnen van de motor overbodig en wordt de stuwdruk niet meer door de motorrubbers opgevangen, maar door een speciaal stuwdruklager. Zo wordt het tenminste weergegeven in de reclame van Aquadrive. De werkelijkheid is echter wat genuanceerder. Het klopt dat door de flexibele verbinding met de schroefas bij het gebruik van een Aquadrive uitlijning van de motor niet nodig is. Een afwijking van meerdere graden is toelaatbaar. Maar daarmee is niet alles gezegd. Het probleem is verschoven naar de uitlijning van het stuwdruklager met de schroefas. En dat stuwdruklager zit vast met een paar dikke bouten waar niets aan te verstellen valt. Een goede uitlijning is hier praktisch niet te bereiken. Het gevolg is dat het buitenste schroefaslager te snel slijt. Ik moest dat lager iedere 600 uur vervangen. Als je niet veel vaart dan valt dat wel mee. Maar bij een wereldreis wordt dat echt vervelend. Toen de Aquadrive ook nog eens speling kreeg en vet begon te lekken heb ik hem er in Australië uitgegooid. Daar heb ik de motor goed uitgelijnd. Sindsdien zijn de problemen met het schroefaslager voorbij.
Flexibele koppeling tussen
keerkoppeling en schroefas, later verwijderd
Na
het
verwijderen van de Aquadrive heb ik een flexibele koppeling tussen
schroefas en keerkoppeling gemonteerd. Dat gaf oorspronkelijk,
toen de
oliebadkering nog op de schroefaskoker zat, een prima resultaat.
Rustige trillingsvrije loop. Maar de oliebadkering ging lekken
(beschadigd door de monteur bij de montage van de nieuw schroefas)
en
heb ik in Maleisië vervangen door een Volvo Seal. Na deze
vervanging
begon de schroefas vreselijk te trillen. Het verwijderen van de
flexibele koppeling loste dit probleem op. Alles is nu dus
klassiek,
vaste koppeling tussen motor en schroefas, flexibele afdichting
met een
Volvo Seal.
Deze Volvo Seal bevalt goed, alleen kan ik nog niets zeggen over
de
levensduur.
Propeller
Bij
de
montage
van
de
nieuwe
motor
heb
ik
de
Johanna met een tweeblads
schroef uitgerust. Als reserve heb ik een drieblads schroef aan
boord.
Die heb ik wel eens uitgeprobeerd. De drieblads schroef is op de
motor
wat efficiënter, geeft een hogere snelheid bij hetzelfde
toerental.
Maar zeilend geeft de drieblads schroef aanzienlijk meer
weerstand.
De gepolijste schroef in het
schroefraam