wave4.avi (32466 bytes) Reisverslag

knopje.gif (1063 bytes)      vervolg reisverslag

knopje.gif (1063 bytes)        index reisverslag

Maandag 5 februari 2001  
Douwe:
Zojuist aangekomen bij Roseau op Dominica na een wilde rit over open zee. Dubbel gereefd, 6 knopen gemiddeld. Vanuit zee lijkt Dominica woest en ongerept. Eerst naar de douane.

 

Woensdag 7 februari 2001  Isles des Saintes     
Douwe: Zojuist aangekomen op de Isles des Saintes. Het bezoek aan Dominica was kort maar krachtig. Vanuit zee ziet Dominica eruit als een donkere bergketen in nevelen en continue regenbuien gehuld, met alleen langs de kust een lint van menselijke activiteit. En direct achter de kust rijzen de ontoegankelijke en ongerepte wouden op. Omdat de kust zeer steil afloopt heb ik bij het Anchorage hotel één van de vrije boeien opgepikt. Het probleem is dan niet het oppikken van de boei maar het ondertussen je boot vrijhouden van de boatboys die vinden dat het vastmaken aan een boei hun werk is. Zo'n aankomst bepaalt meteen de atmosfeer, men wil je niet helpen, maar is uitsluitend op je geld uit. Dan komt een andere boatboy me aanbieden samen met de bemanning van een ander jacht mee te varen naar de douane. Na enige onderhandeling worden we het eens over de prijs, meevaren lijkt makkelijk aangezien het vinden van de douane moeilijk genoeg kan zijn. Met grote snelheid razen we in zijn boot naar de cruiseschip terminal, inklaren gaat vlot. Als ik terug wil is echter de boatboy in geen velden of wegen te bekennen, taxi terug, wel eerst een prijs afspreken. Ik was van plan hier bij de noordpunt van Dominica te gaan duiken, maar de duikshop in het hotel heeft de volgende dag geen duiken, ze varen dan cruiseschippassagiers rond om walvissen te kijken. De plek is echter te onaantrekkelijk om nog een dag te blijven, aan land een smalle weg waar het lopen te gevaarlijk is door het langsrazende verkeer. Het eten in het hotel was de druppel die de emmer deed overlopen, matig en weinig eten voor veel te veel geld. Had nota bene eerst de prijskaart bekeken, als je dan komt eten is het dubbel zo duur, het was de lunchkaart. Net als op St. Vincent voel je je hier vaak bekocht als je wat onderneemt.
Dinsdag zeil ik dus door naar Portmouth in St. Rupert Bay (de enige andere voor jachten opengestelde baai). Een vrij rustige tocht met sterk wisselende (ruk)winden en regelmatig een bui. St. Rupert Bay is afgezien van de boatboys een prima ankerbaai met armoedig aandoende bebouwing en veel scheepswrakken op de kust, het gevolg van één van de laatste orkanen. Op een in zee uitstekende berg liggen de ruines van een Engels fort uit de 18e eeuw, nu grotendeels overwoekerd door het bos. Prachtig uitzicht vanaf de berg. Terug op de boot besluit ik van een arme sloeber op een surfboard wat fruit te kopen. Hij zegt dat hij terug heeft van 20EC$, doch verdwijnt onmiddellijk met het wisselgeld. Duur fruit.
Woensdagmorgen regent het weer. Ik heb besloten Dominica te laten voor wat het is, tochten in het binnenland zijn moeilijk alleen te maken, je bent dan helemaal overgeleverd aan de gidsen en taxichauffeurs en de aanhoudende regen is niet prettig. Verder zijn er ook op Guadeloupe genoeg watervallen en regenwoud te bekijken, zonder alle gezeur er omheen. Voor ik vertrek wil ik de Indian River nog op, een prachtige rivier door het mangrovebos. Die tocht kun je alleen maar met een boatboy maken, in je eigen dinghy (zou veel mooier zijn) wordt je met stenen bekogeld. Om acht uur komen twee jongens met hun bootje me halen. Het woud is zeer indrukwekkend, wat een groen en wat een regen. Mangrovebomen met metershoge wortels, muren van bloeiende Ibiscus, een groen dak sluit zich over de rivier. Een uurtje later vaar ik zelf in de stromende regen weg, en zie daar, zodra ik op zee ben breekt de zon door, achter me het donkere silhouet van Dominica, gehuld in een waas van mist en regen. Weer een snelle overtocht, zoals gewoonlijk dubbel gereefd, nu met de echte stormfok op, staat veel beter dan een bijna opgerolde genua. De passaatwind is niet om mee te spotten, meestal windkracht 6, soms ook 7. De aanloop van Isles des Sainte is even spannend door de hoge zee, maar tussen de eilanden kom ik snel in rustiger water. Nu voor anker bij Borg des Saintes, een toeristisch Frans aandoend plaatsje in de stralende zon. Geen boatboys en volop prima en betaalbare restaurantjes, dit komt beter tegemoet aan de wensen van een solozeiler. Straks met Jerk, die hier al een paar dagen ligt uit eten, morgen duiken.

 

Donderdag 8- vrijdag 9 februari   Îsles des Saintes
Douwe: De Îsles des Saintes zijn prachtig. Terre d'en Haute, waar ik in de Marigot baai voor anker lag, is een wat toeristisch eiland met schitterende baaien, stranden en twee bergen. Alles verbonden met smalle weggetjes en voetpaden. Overdag is het eiland vrij druk met dagjesmensen uit Guadeloupe, om vijf uur 's middags vertrekken die allemaal weer met de ferry en is de rust weergekeerd. Op de noordelijke heuvel ligt het Fort Napoleon, een prachtig gerestaureerd fort uit begin 1800. Het is precies zoals een fort hoort te zijn, hoog op de berg zodat de aanvaller al uitgeput is voor hij boven is, dan een diepe (droge) vestinggracht, daarachter de steile muren van de vesting. En binnen de muren en andere vestingwerken het oude rechthoekige hoofdgebouw. Op de wallen zijn prachtige cactustuinen aangelegd, de meest exotische prikgewassen groeien hier bij elkaar. En tussen de doorns door wordt je aangegaapt door enorme leguanen, prehistorische monstertjes die zo uit het Pleistoceen ontsnapt lijken te zijn.

Zaterdag 10 februari  Vertrek Îsles des Saintes
Douwe: Na een paar dagen en een zeer onrustige nacht met veel deining op de ankerplaats houd ik het weer voor gezien op de Îsles de Saintes en vertrek naar Guadeloupe. De oversteek is kort, elf mijl, de wind ruim en weer hard, windkracht 7. De zee is hoog en ondanks de ruime koers krijgen we massief water over. Van achteraf trekken zware buien voorbij. Doel is Marina Rivière Sens, net ten zuiden van Guadeloupe's hoofdstad Basse Terre. Na het vastmaken in de marina valt de omgeving wat tegen, een verwaarloosd en smerig boeltje. Veel boten hebben opengesneden plastic flessen rond de meertouwen. Als ik vraag waar dat voor is, wordt me uitgelegd dat hier veel ratten zitten. Dat is me te veel van het slechte, na enig overleg besluiten Jerk (van de Vindela, die mee op gevaren is) en ik na het inklaren bij la Douane Française weer te vertrekken. Dit keer naar Anse de la Barque, een prachtige beschutte baai iets meer naar het noorden. Hier liggen we met een paar andere boten rustig voor anker.

Het Atlantische project   

hap.cpt (75982 bytes)

knopje.gif (1063 bytes)

knopje.gif (1063 bytes)

    vervolg reisverslag

    voorafgaand reisverslag